‘Gruwelijk ingewikkeld en gruwelijk interessant’. Zo omschrijft Wieger Wiegersma het werk van ‘zijn’ Axxor, een internationaal gerenommeerde ontwikkelaar en producent van – veelal gerecycled – papieren honingraatconstructies. Constructies die hun weg vinden naar diverse industrieën, waaronder de auto-, de meubel- en de verpakkingsindustrie. ‘Overal waar licht, sterk en duurzaam verstevigingsmateriaal nodig is, kunnen wij met onze papieren honingraat uitkomst bieden. Dat doen we dus ook voor steeds meer opdrachtgevers. We hebben de wind goed in de zeilen.’
Naast CEO is Wieger Wiegersma grootaandeelhouder van Axxor. Als het om zijn verantwoordelijkheden als aandeelhouder gaat, dan heeft Wieger daarover interessante, bijna filosofische opvattingen. Dat laatste is niet heel verwonderlijk. ‘Ik heb in mijn leven veel gereisd. Veel tijd heb ik doorgebracht in de Aziatische culturen. In die culturen is er veel aandacht voor eigenaarschap. Het mooie of bijzondere – net hoe je dat opvat – is dat eigenaarschap in die culturen vooral dienend is. Eigenaarschap is daar niet ‘voor de heb’, maar om weg te geven. Dat gegeven intrigeert mij mateloos. Hoe langer ik daarover nadacht, hoe duidelijker het mij werd dat je drie types aandeelhouders hebt. Zonder daar verder een oordeel over te hebben hoor, laat dat duidelijk zijn.’
‘Je hebt de aandeelhouders die puur voor financieel rendement gaan. Je hebt ook de aandeelhouders die hun bedrijf zien als een vehikel om hun eigen lifestyle te financieren. En je hebt, wat ik noem, de care-takers. Ik kan daar zo snel even geen goed Nederlands woord voor vinden. Wat doet een care-taker in mijn ogen? Laat me dat uitleggen. Een care-taker streeft naar een mooie organisatie. Dan is je volgende vraag natuurlijk, wat is een mooie organisatie? Die vraag kan ik alleen voor mezelf beantwoorden, want mooi is natuurlijk een heel subjectief begrip. Voor mij is een mooie organisatie een organisatie waar alle medewerkers op hun plek zitten. Waar medewerkers ervaren dat wat zij doen, bijdraagt aan het eindproduct. Waarop ze dus trots kunnen zijn. En iedereen doet dat binnen zijn of haar eigen mogelijkheden. Daar aan werken is hoe ik mijn aandeelhouderschap invulling geef.’
‘Is iemand daarmee onmisbaar? Iederéén is onmisbaar in het leven. Het vertrek van iemand laat altijd een leegte na. Het gaat er in mijn ogen meer om hoe je die leegte weer opvult. Dat geldt tevens voor mijzelf. Ook voor mij vorderen de jaren. Hoe laat ik straks mijn bedrijf achter? Nu al zijn we achter schermen aan het nadenken over mijn opvolging. In al mijn wijsheid bedacht ik dat het nu al aantrekken van een mede-aandeelhouder dat proces zou kunnen stroomlijnen. Dan snap je, dat moet dan wel een aandeelhouder zijn die mij begrijpt en die mijn koers wil volgen. Dat alles en meer bespreek je niet even op een achternamiddag. Daar gaan veel én diepgaande gesprekken mee gemoeid.’
‘In Wadinko heb ik een mede-aandeelhouder gevonden met wie ik kan levelen. Een mede-aandeelhouder die mijn care-takerschap begrijpt en onderschrijft. Maar dan. Want je kunt het hebben over visie, over beleid, maar er moeten een keer handtekeningen worden gezet. En daarmee ging het plots over harde waarden. Over bedragen. Ik voelde me daar bepaald niet senang bij. En daar komen dan de mannen van Stratfield in beeld. Zij hebben me bijgestaan in die ‘harde’ fase, op een manier die mij volop vertrouwen en rust gaf. Misschien is de mooiste uitleg van care-takerschap wel dat je de menselijke maat laat prevaleren in wat je doet en hoe je dat doet. Mijn ervaring is dat je dan altijd gelijkgestemden op je pad vindt. En ja, dat mag je gerust opvatten als een compliment aan Stratfield!’